Bel ons: 085-0110070

Baby van 8 maanden

Je baby van 8 maanden kan:

Motorisch

  • gedurende één minuut los zitten (zonder steun van de armen)
  • zitten met rechte rug en gestrekte benen en heeft hierbij een actieve balans
  • niet uit zichzelf weer gaan zitten als hij achterover is gevallen
  • in buikligging zijn armen benen om en om gecoördineerd bewegen. Jouw baby kan hierdoor om zijn middelpunt draaien.
  • kan nu een blokje pakken tussen wijsvinger en duim (de schaargreep)
  • in buiklig draaien op de rug en in ruglig draaien op de buik

Sociaal-emotioneel

  • met de voetjes spelen
  • bij het in de spiegel kijken het eigen spiegelbeeld ‘aaien’
  • zich aangetrokken voelen tot de baby die hij ziet in de spiegel, maar zich nog niet realiseren dat hij zichzelf ziet in de spiegel
  • eenkennig worden
  • eigen lepel en fles vasthouden
  • uit een beker drinken die door volwassenen wordt vastgehouden
  • graag naar andere baby’s kijken en in aanwezigheid zijn van andere kinderen
  • eenkennigheid ontwikkelen
  • ‘roepen’ als protest als een vertrouwd persoon de kamer verlaat
  • ‘roepen’ als protest als een favoriet speelgoedje op de grond valt
  • opgetogen zijn over de eigen prestaties door blij te babbelen, te sputteren en te lachen
  • dankbaarheid tonen naar zijn verzorgers (uiten genegenheid)
  • beseffen dat hij ‘vandaag dezelfde persoon is als gisteren’
  • kijken naar de persoon als die zijn naam roept

Cognitief

  • meer doelbewust handelen en steeds bewuster nieuwe effecten uitlokken. Jouw baby kan nu bijvoorbeeld een dop van zijn fles halen, omdat hij weet dat hij dan pas kan drinken (uiteraard moet de motoriek dit ook toelaten).
  • steeds beter anticiperen op bepaalde gebeurtenissen. Bijvoorbeeld bewust de armpjes omhoog doen en huilen als hij merkt dat de moeder haar jas aantrekt om te vertrekken.
  • steeds meer geïnteresseerd raken in het observeren van anderen om dit vervolgens na te doen. Jouw baby wil bijvoorbeeld ook roeren met een lepel aan tafel en een speelgoedautootje duwen als hij een broertje of zusje dit ziet doen.
  • een steeds beter besef krijgen van objectpermanentie (een voorwerp blijft bestaan, ook al is het uit het zicht). Dit kan getest worden door jouw baby een interessant voorwerp te laten zien en vervolgens dit onderwerp onder de hand of onder een doek te verstoppen. Jouw baby zal nu in staat zijn om het voorwerp terug te vinden door het doek of de hand weg te trekken en het voorwerp te pakken!
  • op deze leeftijd nog wel de neiging hebben om voorwerpen te zoeken op de plek waar ze als eerste zijn gevonden en moeite hebben om het voorwerp te vinden op de plek waar ze als laatste verstopt zijn. Ontwikkelingspsycholoog Piaget noemde dit de A-not-B search error. Dit kan getest worden door jouw baby een interessant voorwerp te laten zien, dit een aantal keer te verstoppen op plek A (onder een doek) en op een gegeven moment het te verstoppen op plek B (onder een andere doek op 20 centimeter afstand). Jouw kindje zal onder doek A naar het voorwerp zoeken!
  • simpele problemen oplossen als die overeenkomen met problemen die hij al eerder is tegenkomen en toen heeft opgelost.

Spraak en taal

  • nu tegen zijn speelgoed gaan brabbelen
  • naar muziek luisteren en ‘zingen’
  • ‘dag’ en ‘hai’ begrijpen
  • allerlei combinaties maken van klinkers en medeklinkers zoals ‘ah-ah-ah, oh-oh-oh’
  • herkenbaar geluiden na gaan doen die hij hoort
  • klanken maken met intonatie
  • oefent met het maken van beheerste geluidjes